Berner Alpen Zwitserland 2020

Na de Appenzeller Alpen en de Ammergauer Alpen stapten we in 2020 één letter hoger in het alfabet: de Berner Alpen. Voor het eerst met wandelstokken, want mijn knie is behoorlijk aan het klagen de laatste tijd. Rugzak met reguliere spullen aangevuld met desinfectieflesjes en mondkapjes. Geen oranje gebieden, groen licht van de berghutten, let’s go!

Wat een vreemd gevoel. Familie maanden niet gezien, vakantieplannen die in de ijskast zijn gezet. Eigenlijk kwam ik alleen naar buiten om de hond uit te laten. De eerste lockdown hebben we net achter de rug. En dan stap je in de auto en rijden we gewoon naar Zwitserland. In Duitsland merk je veel van de maatregelen, je komt geen tankstation binnen zonder mondkapje. Inmiddels zijn we er in Nederland ook aan gewend. Door naar Zwitserland.

Interlaken

Onze eerste avond verblijven we in Interlaken. De weg er naartoe is lang, en de laatste 50km zijn indrukwekkend. We rijden een flink berggebied tegemoet, je voelt je steeds nietiger in deze omgeving. We overnachten in Villa Sonnenhof, een villa die is omgebouwd tot Backpackers hostel. We zoeken een restaurantje voor een Zwitserse maaltijd en nemen de route voor de komende dagen door. Dag 1: auto parkeren bij het eindpunt en met OV naar het startpunt, relaxt kort loopdagje bergop. Dag 2: Pittiger loopdagje, weer alleen bergop. Dag 3: dat gaat een hele heftige afdaling van een kilometer of 14 worden. Of een nog veeeel heftigere afdaling van ruim 20 kilometer. Afhankelijk van het treintje dat dan wel of niet rijdt.

Goed, buikjes volgegeten, even een rondje door Interlaken lopen. Er is nog live-muziek in het park. Een stukje veld is afgezet voor een beperkt groepje publiek. Een heerlijk sfeertje en een prachtig stadje, hier moet ik zeker een keertje terugkomen. De coronamaatregelen vallen hier erg mee. Alles is open, iedereen houdt netjes afstand.

Meiringen – Reichenbach – Rosenlaui – Schwarzwaldalp

Op tijd op, auto geparkeerd in Wilderswil en naar het station. En daar gekeken naar het toeristentreintje voor de terugreis. Ah, ieder uur… vanaf volgende week. Oei, dat wordt dus niet 14km dalen op dag 3, maar ruim 20km… Allright, extra genieten van de relaxte eerste dag. Met de trein van Wilderswil naar Meiringen. De prachtige rit voert langs een meer met de bergen op de achtergrond.

Meiringen (603m), beroemd van Sir Arthur Conan Doyle. Daar viel zijn beroemde detective met aartsvijand Moriarity van de Reichenbachwaterval (971m). Het stadje heeft deze geschiedenis omarmd met een Sherlock Holmesmuseum. We verwennen ons deze eerste dag met een extra toeristentreinritje omhoog naar de waterval.

Het weer is heerlijk en de omgeving prachtig. We lopen de route die Sherlock Holmes ook zou hebben gelopen naar Rosenlaui (1334m), een werkelijk prachtig hotel midden in de bossen. Daar lunchen we en bezoeken we de waterval en de gletscherschlucht, een indrukwekkend fenomeen.

Daarna is het nog een paar makkelijke kilometers naar de volgende overnachtlocatie: Schwarzwaldalp. Net te laat om de historische watermolen-houtzagerij te bekijken, maar de buitenkant laat al veel zien. Weer een prachtige locatie aan de voet van de bergen, waar de morgen echt hoogtemeters zullen maken. Net als we willen gaan slapen, worden we opgeschrikt door typische muziek. Twee jaar terug hoorden we jodelen op een terras, en traditionele hoornblazers bij een meer. Nu blijkt onze overnachting samen te vallen met een oefenavond van regionale accordeonspelers. De hele hut vullen ze met hun klanken, weer een unieke belevenis!

Schwarzwaldalp – First – Bachsee – Faulhorn

De volgende dag. Vertrek na een goed ontbijt van Schwarzwaldalp (1454m), door het dal en langzaam omhoog naar Grosse Scheidegg (1875m) en dan verder stijgen over de bergkam naar het toeristische First (2167m). Het eerste deel voert langs een asfaltweg, weinig echt door de natuur wandelen. Maar voorbij Grosse Scheidegg word je beloond met een mooi uitzicht op het dal van Grindelwald. Met dat uitzicht vervolg je de Eiger Ultra Trail richting First. Hier en daar hoor je een scherp pieptoon. Is het een roofvogel? Een grote muis? Nee, het blijken bergmarmotten! We zien er een paar over de berg rennen, en snel verdwijnen in hun holen.

Rondom First is een stalen pad langs de berg aangelegd, één pad loopt vanaf de berg richting afgrond met een glazen wand als eindpunt. Gaaf, maar na twee passen op de brug zegt mijn maag “DACHT HET NIET” en ik keer om. Vanaf vaste grond van de berg is het uitzicht mooi genoeg voor mij.

De etappe ging prima, mijn rechterknie hield het goed vol. Wel maak ik me zorgen voor de afdaling morgen. Met dalen merk ik dat mijn knie flink zeer doet. Na de pauze bij First ga ik daarom de wandelstokken vast uitproberen. Het weer is prima, maar de voorspellingen voor later in de middag zijn slecht. Regen, onweer, en het eindpunt is bovenop een berg. De donkere wolken verderop ons pad maken me onrustig. Nog een halve kilometer omhoog en we zijn op het hoogste punt voor deze wandelvakantie. Op naar de Bachsee (2273m) en dan door naar het eindpunt van vandaag: de Faulhorn (2675m).

Het pad is breed en er zijn veel dagjesmensen. Veel mensen pakken de lift vanuit Grindelwald naar First, maken een wandeling naar Bachsee en keren weer terug. Ook komen we mountainbikers en paragliders tegen. Het is een centrum van sportactiviteiten rondom First. De wandeling naar Bachsee is eenvoudig. De Faulhorn is af en toe in de verte door de wolken te zien. Dat ziet er nog behoorlijk uitdagend uit. Het koelt af, maar we houden het droog. Rondom de Bachsee is het druk, het is ook een prachtig gezicht zo’n meer midden in de bergen op 2 kilometer hoogte.

Dan de laatste etappe, de zwaarste klim. Tot de voet van de Faulhorn valt het allemaal nog mee, af en toe wat verraderlijke stukjes door de sneeuw. En dan de laatste 200 meter zigzaggend omhoog door regenwolken. Al met al viel het mee, het wandelen met stokken ging ook prima en we warmen weer lekker op in het veilige berggasthuis bovenop de Faulhorn. Wat later horen nog wat onweersklappen vlakbij inslaan, zo blij dat we binnen zitten. En in de avond klaart het op. Buiten loop je zo naar de top en is het genieten van een werkelijk schitterende zonsondergang.

Normaal zijn er zo’n 70 overnachters in de slaapzaal. Smalle matrasjes, tegen elkaar aan. Nu in coronatijd vind ik het niet erg dat er nauwelijks slapers zijn. Waarvan er eentje toch behoorlijk ligt te rochelen. De. Hele. Nacht.

Faulhorn – Schynige Platte – Wilderswil

De volgende ochtend, vroeg op (voor het ontbijt überhaupt klaar stond), klaarmaken voor de heftige laatste dag. We waren niet de eerste die naar beneden gingen, en deze overnachter zou er een stuk korter over doen:

We zijn in 2 dagen van 600 meter naar ruim 2600 meter gelopen (vooruit, 300 meter met een treintje). En dat gaan we nu in korte tijd helemaal weer afdalen. De eerste etappe is 10km naar Schynige Platte (1944m), daarna ruim 8km naar Wilderswil (588m!). Het eerste deel verloopt prima. Hier en daar wat lastige stukken waar sneeuw het pad verbergt, de stokken maken het een stuk prettiger. De rechterknie laat wel steeds duidelijker van zich horen. De route is bij Schynige Platye de mooiste van alle dagen. Alleen liepen we daar even fout. Een kilometer of twee extra tot we bij het restaurant aankomen. Pfoe, dat was pittig… Tijd voor een lunch. Het restaurant blijkt net als de treinrit pas volgende week te openen. Gelukkig is er personeel aanwezig voor voorbereidingen op het seizoen en we mogen ons water komen vullen. Als lunch weten we nog wat koeken in onze tassen te vinden. Daar moeten we het mee doen.

De laatste etappe. Anderhalve kilometer dalen, zigzaggen over schots en scheve bospaden, spekgladde stukken en een knie bij iedere stap meer pijn doet. Die wandelstokken zijn goud waard, zonder die stokken was ik niet eens halverwege gekomen. En dan wordt je ineens ingehaald door een paar mountainbikers, mijn god, wat een lef om dit pad met de fiets te bereiden. Af en toe Dextro energie en een slok water, maar op gegeven moment was ik echt compleet leeg. Een keer onderuit gegaan door spekgladde boomstronken, en later een blauwe teen opgelopen door een steen die niet meegaf toen ik weer mijn evenwicht verloor. De pijn verbijtend en als een zombie haal ik het eind. Sander loopt vooruit richting auto, ik zwalk voorzichtig door Wilderswil. Stokken heb ik niet meer nodig, maar zodra ik ze niet meer gebruik verdraai ik mijn knie voor een nieuwe pijnscheut. Naar de auto, even omkleden en heel voorzichtig, luid kreunend laat ik me in de auto zakken. Op naar Nederland.

Na een paar dagen herstellen ben ik toch behoorlijk happy met de tocht. Een paar foto’s die ik al jaren in gedachte had, heb ik op de Faulhorn kunnen maken. De tocht was dit jaar niet handig ingedeeld, met een hele lichte eerste dag en een veel te zware laatste dag. Maar ik had het wederom voor geen goud willen missen. Sander, bedankt voor weer een onvergetelijk wandelweekend.